Kunst in Zaal AthenA
Kunst neemt een belangrijke plaats in in Zaal AthenA. Het werk München, dat Luc Tuymans speciaal voor Zaal AthenA heeft gemaakt, is een kunstwerk dat zich diep nestelt in de toeschouwer en een onuitwisbare indruk achterlaat. Ook een muurschildering van Lawrence Weiner, de bewaard gebleven Allegorie van de Faam en een presentatie rond de Maagd van Antwerpen door het MAS maken deel uit van de vaste kunstcollectie van Zaal AthenA.
München - Luc Tuymans
© de! Kunsthumaniora Konrad Maquestieau
Blauw, groot en dreigend. Daar prijkt ze, in een nis boven een van de poorten van Zaal AthenA. Niemand weet wie of wat er schuilgaat achter het masker van de figuur die kunstenaar Luc Tuymans schilderde.
Het werk is ontleend aan een beeld dat Luc Tuymans toevallig tegenkwam. Een androgyne figuur in een filmpje over het carnaval in München in 1933, vlak voor het Haus der Kunst. Als kijker heb je geen mogelijkheid om in de psychologie van het personage binnen te dringen. Het gaat over identiteit en identiteitsverwisseling. Deze totale geslotenheid vormt een mooie tegenhanger voor de Allegorie van de Faam van Franz Vinck.
‘München’ spreekt je van op eenzame hoogte aan en doet je stilstaan bij de rol die kunst kan spelen in onze maatschappij. Jan de Zutter heeft ‘München’ de ondertitel ‘De allegorie van de Twijfel’ meegegeven. Het appelleert aan twijfel over eigen identiteit, twijfel over levensvragen, de twijfel van de maatschappij. Twijfel toelaten is het begin van alle wijsheid. Dit werk geeft geen antwoorden, zoals de Faam, het stelt vragen.
Tuymans maakte dit ‘in situ’ werk specifiek voor het Atheneum. ‘München’ is permanent te zien in Zaal AthenA. Luc Tuymans schonk het aan het MAS, waardoor het deel uitmaakt van de kunstverzamelingen van de stad Antwerpen en het MAS zorg draagt voor het behoud ervan. (Tekst naar Jan de Zutter en Luc Tuymans)
Alle foto's © Alex Salinas
Lawrence Weiner
Lawrence Weiner speelde een centrale rol in de opkomst van de conceptuele kunst in de jaren zestig en behoort vandaag nog steeds tot de meest toonaangevende kunstenaars. Hij staat met recht in de lijst van 100 belangrijkste kunstenaars van Artfacts.
Lawrence Weiner ziet taal als het meest onvoorwerpelijke (‘the most non-objective thing') dat wij in de wereld hebben ontwikkeld. Een fenomeen met een onbegrensde uitwerking, geheel verschillend van bijvoorbeeld een schilderij dat in zijn voorstelling stopt bij de lijst. Weiner werkt veel met taal. Hij plaatst korte suggestieve teksten, die een beweging, een handeling of een proces beschrijven. Soms lijken de woorden een stukje uit een gedicht of zo gevonden op straat. De teksten zijn voor Weiner als sculpturen, alleen deze sculpturen komen in de hoofden van de toeschouwers tot leven, nadat ze gelezen of gehoord worden. Ook de ruimtelijke context waarin zij zich bevinden, geeft richting aan de interpretatie. Zo bereikt Weiner dat zijn concept (idee/gedachte) voor een kunstwerk niet uitgevoerd hoeft te worden in een door hem vastgestelde vorm, maar dat deze vorm zoveel uitvoeringen kent als er toeschouwers en -hoorders zijn.
Het werk dat hij maakte voor het Koninklijk Atheneum bevindt zich in het monumentale trapportaal.
De Allegorie van de Faam - Franz Vinck
Negen van de tien schilderijen van Franz Vinck – twee ensembles van telkens vijf doeken – zijn verloren gegaan in de brand. Tot de vernielde taferelen behoort De Maagd van Antwerpen. Alleen haar – letterlijke – tegenhangster, De Allegorie van de Faam, blijft ongedeerd.
Kunsten en wetenschappen zijn voor geen enkele schilder een gemakkelijke thema. Vinck kiest voor een allegorische benadering. Aan de westzijde verheerlijkte Vinck de Handel, meerbepaald de kolonisering van Congo, en de Wetenschap. De Maagd van Antwerpen stond in het midden en omhulde in de brede plooien van haar mantel het Onderwijs dat ze beschermt. Aan haar voeten zijn gegroepeerd de Kunst, de Handel en het Vernuft.
Aan de overzijde brengt Vinck schilderijen aan die hulde brengen aan de literatuur en de geschiedschrijving. In het midden van de grootse allegorische kompositie aan die kant troont de Roem ofwel De Faam, een vrouwenfiguur die op de aardglobe staat en die de namen uitbazuint van de laureaten van de instelling; terwijl rondom haar kinderen zweven, die lauwerkransen uitreiken.
De ensembles van Franz Vinck in de feestzaal van het Atheneum gaven uiting aan het Antwerpse chauvinisme van het eind van de 19de eeuw. Hun combinatie van kolonialisme en oog voor de verscheidenheid van de wereld en van de geschiedenis illustreren de ambities die de Antwerpse burgerij omstreeks 1900 koestert voor haar kinderen. De taferelen verheerlijken ook de kennis en het onderwijs. Religieuze symbolen ontbreken – logisch, in een openbare school. (Tekst Jan Lampo)
De Maagd van Antwerpen - Vitrine MAS
In Zaal AthenA staat een vitrinekast, ingericht door de dienst Erfgoed van het Museum aan de stroom, het MAS. Hierin zijn een aantal objecten opgenomen die betrekking hebben op De Maagd Van Antwerpen.
De Maagd van Antwerpen is een jonge vrouw, die schilders en dichters opvoeren om de Stad Antwerpen voor te stellen. Wanneer een persoon optreedt als belichaming van een algemeen begrip, spreken we van een allegorie. De Maagd van Antwerpen is een allegorie van de Stad Antwerpen. Net als andere stedenmaagden draagt de Maagd van Antwerpen een “stedenkroon”. Zo noemt men in de heraldiek of wapenkunde een kroon die eruitziet als een stadsmuur met torens en kantelen. De Maagd van Antwerpen heeft een wit kleed – wat meteen haar maagdelijke status benadrukt – en een rode mantel aan. Die kleuren verwijzen naar de zeven witte en zeven rode rozen, die op hun beurt de vrijheden of privilegies van de stad voorstellen.
Behalve op het verloren gegane doek van Franz Vinck laat de Maagd van Antwerpen op vele andere plaatsen in stad haar gezicht zien. Ook hier verwijzen we graag naar de blog van historicus Jan Lampo voor meer informatie.
Willem Elsschot - Wilfried Pas
In de inkomshal van het Koninklijk Atheneum staat de wassen moule van een standbeeld van Willem Elsschot, gemaakt door Wilfried Pas. Het stenen beeld staat op het Mechelsplein.
In de afbeelding van Wilfried Pas zit de schrijver enigszins achterover geleund, met de blik in de verte gericht, in een eigentijds maar traditioneel driedelig pak met das en overjas. De benen zijn over elkaar geslagen. De opengeslagen overjas evolueert door een toegevoegde gedrapeerde doek over de dijen tot een tijdloze toga-achtige aankleding. De ruimte tussen onderbeen en stoel wordt hierdoor opgevuld en de driehoekige geloten opbouw van het beeld versterkt. De handen rusten op mauscripten op de dijen. Andere bladen en boeken liggen verspreid op de grond. Aan de achterkant, tegen het beeld geleund, staat een schilderij met een portret van Elsschot in een cirkelvormig reliëf.
Willem Elsschot werd geboren als Alfons De Ridder in Antwerpen op 7 mei 1882 als zoon van een bakker, en overleed in Antwerpen op 31 mei 1960. Hij studeerde te Antwerpen aan het atheneum, maar voltooide zijn middelbare studies niet. Hij verliet de school en oefende een paar jaar verschillende beroepen uit. Reeds in zijn atheneumtijd stelde hij belang in de literatuur. Met enkele vrienden richtte hij een letterkundige kring op. Hij debuteerde in het tijdschrift ‘Alvoorder’, waar hij mee deel van uit maakte, met zijn eerste gedichten. Nadien schreef hij verschillende boeken. Het oeuvre van Elsschot, alhoewel niet omvangrijk, is een monument in de Nederlandstalige litteratuur. Zijn pseudoniem werd gekozen naar de toen nog woeste streek gelegen tussen Herselt en Veerle bekend onder de benaming ‘Elsschot’.